Definitielijst medische termen

DefinitiesBetekenis
a.b.antibiotica
A/ (anamnese)ziektegeschiedenis
absorptieTransport van stoffen van het lumen van het spijsverteringskanaal naar de extracellulaire ruimte, door het epitheelweefsel. [In de tubulus van het nefron wordt het transport van stoffen van de voorurine naar de extracellulaire ruimte reabsorptie genoemd; ook het neusslijmvlies kan stoffen absorberen]. De stoffen in de extra-cellulaire ruimte worden vervolgens door het bloed opgenomen en over het lichaam verspreid.
acidoseEen extracellulaire pH (zuurgraad) lager dan 7.38.
actief transportVerplaatsing van stoffen over een membraan, met gebruik van energie in de vorm van ATP.
acute verwardheidBeeld van acuut optredende verandering, vaak fluctuerend  wat bestaat uit aandachtstoornis en bewustzijnsstoornis en verandering in cognitie (geheugen, oriëntatie, taal) of waarneming
acuutplotseling beginnend
AD (amenorroeduur)duur van het uitblijven van de menstruatie
AD (auriculus dexter)rechteroor
ADS (auriculus dexter et sinister)beide oren
aërobe capaciteit (uithoudingsvermogen)Het maximale volume zuurstof dat per minuut kan worden opgenomen tijdens zware spierarbeid (hardlopen, fietsen, langlaufen).
afasiegebrekkige of afwezige taalfunctie of gebruik van woorden, samengaand met schade aan bepaalde delen van de hersenen
affectieGevoel van genegenheid.
allergie (overgevoeligheid)Een immunologische ontstekingsreactie op een niet-pathogene antigeen.
amenorroeuitblijven van de menstruatie
anamneseziektegeschiedenis
androgenenIn de geslachtsklieren en in de schors van de bijnieren geproduceerde steroïdhormonen die mannelijke kenmerken teweegbrengen.
anemiebloedarmoede
Angio-oedeem in de anamnese (allergisch)Allergisch angio-oedeem: angio-oedeem waarbij een immuungemedieerde reactie optreedt en dat vaak gepaard gaat met urticaria en/of jeuk.
Deze contra-indicatie is van toepassing bij patiënten bij wie allergisch angio-oedeem is geïnduceerd door geneesmiddelen of andere niet-lichaamseigen stoffen. Als een patiënt als reactie op een geneesmiddel allergisch angio-oedeem ontwikkelt, kan op overgevoeligheid voor dit specifieke geneesmiddel worden bewaakt via de overgevoeligheidsmodule. ACE-remmers kunnen  gecontraïndiceerd zijn bij allergisch angio-oedeem in de anamnese, ook als de angio-oedeem door een ander (genees)middel is veroorzaakt.
Angio-oedeem in de anamnese (niet-allergisch)Niet-allergisch angio-oedeem: Aanvallen van oedeem (meestal niet-jeukend), meestal aan gezicht, lippen, handen voeten en genitalia, soms ook in ademhalingsstelsel of maagdarmkanaal.  Oorzaak: te weinig of disfunctioneel C1-esteraseremmer. Soms is er geen aanwijsbare biochemische oorzaak. In dat geval is er sprake van een normale activiteit van C1-esteraseremmer.
angsteen gevoel van bedreiging, gevaar of stress
animaalVoor dieren kenmerkende prikkelverwerking en lichaamsbeweging in respons op de omgeving.
anorexiegebrek aan eetlust
antagonistEen stof (bijvoorbeeld medicijn) of kracht (bijvoorbeeld spier) die de actie van een andere stof respectievelijk kracht tegenwerkt.
antigeenStof die een immuunrespons van het lichaam opwekt en die kan reageren met producten (antistoffen) van die respons.
antiseptischvrij van ziektekiemen
antistofEen molecuul dat chemisch precies past op de molecuulstructuur van een antigeen en daardoor het proces in gang zet om de drager van dat antigeen (bacterie, virus, e.a.) te vernietigen.
apnoetijdelijke onderbreking van de ademhaling
apoptoseGeprogrammeerde dood van een cel.
Astmaastma: chronische ontsteking van de luchtwegen waarbij men allergisch (atopisch) of hyperreactief op stoffen uit de leefomgeving reageert; wordt gekenmerkt door terugkerende perioden met luchtwegvernauwing, gewoonlijk van voorbijgaande aard, spontaan of door behandeling
asymptomatischzonder ziekteverschijnselen
atheroscleroseEen pathologische toestand waarin vetten (ondermeer cholesterol) en calciumzouten zich ophopen onder het endotheel van de slagaderwand.
atoomHet kleinste deeltje van een element (bijvoorbeeld waterstof, zuurstof, ijzer).
ATP (adenosinetrifosfaat)Een energierijk, samengesteld molecuul dat zorgdraagt voor de noodzakelijke energieoverdracht bij alle celprocessen.
atypischzonder kenmerkende eigenschappen
auto-immuunziekteEen aandoening waarbij het immuunsysteem antistoffen vormt tegen lichaamseigen weefsels.
automatismeEen zelfwerkend handelingsprogramma van het zenuwstelsel dat geen gerichte aandacht behoeft (lopen, fietsen, zwemmen).
autopsielijkschouwing
autoregulatieEen zichzelf regulerend (fysiologisch) proces zonder invloed van buiten, bijvoorbeeld de afstemming van de bloedstroom op de energiestofwisseling van een orgaan.
B/beleid
bacteriaemiebacteriën in het bloed
bacterieEen eencellig, kernloos micro-organisme dat zichzelf razendsnel vermenigvuldigt op een geschikte voedingsbodem. [Bacteriën voltooien rottingsprocessen; pathogene bacteriën veroorzaken ziektes].
BDZbeiderzijds
benignegoedaardig
besmetting (contaminatie)Overbrengen van pathogene micro-organismen.
bewustzijnsprobleemprobleem met mentaal ontvankelijk zijn voor prikkels van één of meerdere zintuigen, het alert houden van de geest en sensitiviteit ten opzichte van de externe omgeving.
BMIBody Mass Index of Quetelet Index [lichaamsgewicht gedeeld door het kwadraat van de lichaamslengte], de meest gebruikte parameter om over- en ondergewicht uit te drukken.
BorstvoedingVoeden van moedermelk aan de pasgeborene door deze te laten zuigen aan de borst.
brakenhet door de mond uitwerpen van maaginhoud; het betreft hier alle vormen van braken, zowel het moment van optreden (bijv postoperatief) als vorm zoals fecaal braken
brandwond een verwonding door invloed van hitte op de huid gedurende een bepaalde tijd en boven een bepaalde kritische temperatuur, boven deze kritische temperatuur (+/- 40° C) treedt beschadiging van de huid op.
breedspectrum(bij antibiotica) met een breed werkingsgebied
Brugada-syndroomHartritmestoornis die bij ogenschijnlijk gezonde jonge mensen (<40 jaar) ventrikelfibrilleren en plotselinge hartdood veroorzaakt door een genetische afwijking in de prikkelvorming van het hart
C/conclusie
carcinogeenKankerverwekkend (stof, straling).
catheter a demeureverblijfscatheter
CCU (Coronary Care Unit)afdeling hartbewaking
celDe basale functionele eenheid van organismen.
chemotaxisDe lokkende werking van een chemische stof op cellen, bijvoorbeeld witte bloedcellen die aangetrokken worden door vrijkomende stoffen bij een ontstekingsproces.
chromosoomStaafvormige structuur in de delende cel waarop zich de genen bevinden. De staaf is opgebouwd uit een gevouwen draad van DNA. Buiten de delingsfase van de cel is de DNA-draad als een onontwarbare kluwen opgeborgen in de celkern en zijn de chromosomen dus niet zichtbaar onder een lichtmicroscoop.
chronischlangdurig
circulatiebloedsomloop
controle
CoeliakieGlutenintolerantie. Gluten zijn eiwitten die voorkomen in o.a. tarwe.
Tarwezetmeel wordt soms als hulpstof gebruikt in geneesmiddelen.
cognitieKennis; met name taalkundigen, informatici en psychologen leveren bijdragen aan de multidisciplinaire cognitiewetenschap (verwerven, verwerken en presenteren van kennis); cognitieve functies zijn onder meer waarneming, aandacht, inprenting, geheugen, oriëntatie, denken, taalgebruik, vaardigheden.
collageenLijmvormende eiwitstoffen verwerkt in trekvaste vezels in bindweefsel.
comaToestand van volkomen bewusteloosheid gekenmerkt door de onmogelijkheid gewekt te worden, maar met behoud van de meest vitale lichaamsfuncties.
comorbiditeitHet gelijktijdig voorkomen van meerdere ziektes.
compliantie of complianceVolgzaamheid
conditieVoorwaarde
congenitaalaangeboren
ContactlenzenDragen van contactlenzen
contusie (kneuzing)Verwonding ten gevolge van stomp geweld waarbij de huid intact blijft
coördinatievermogenDe kwaliteit van het zenuwstelsel om skeletspieren harmonisch te laten samenwerken bij de uitvoering van lichaamsbewegingen en bewegingshandelingen.
copinggedragVermogen tot gedragsaanpassing aan relatief moeilijke omstandigheden (stress) ter voorkoming van overbelasting (burnout).
corpus alienumvoorwerp in het lichaam dat daar niet thuishoort
cyanoseblauwachtige verkleuring van de huid
decubituseen gelokaliseerde beschadiging van de huid en/of onderliggend weefsel, meestal ter hoogte van een botuitsteeksel, als gevolg van druk of druk in samenhang met schuifkracht
def. (defaecatie)ontlasting
deficiëntietekort
dehydratie (uitdroging)Tekort aan water in weefsels en bloedbaan met als kenmerken dorst, lage urineproductie, rimpelvormende huid en bewustzijnsverlaging.
dementieSyndroom van algehele geestelijke aftakeling met stoornissen in cognitieve functies, bij intact bewustzijn, als centraal kenmerk.
denaturatieHet verloren gaan van de natuurlijke moleculaire structuur (van weefsel).
DepressieDepressieve stoornis, waarbij er gedurende minimaal 2 weken vrijwel dagelijks sprake is van sombere stemming en/of interesseverlies en minimaal drie van de volgende symptomen:
besluiteloosheid of concentratieproblemen; gedachten aan de dood of suïcide; traagheid en apathie of juist agitatie, overmatig schuldgevoel; vermoeidheid of energieverlies; slapeloosheid of overmatig slapen; gebrek aan eetlust en gewichtsverlies.
desoriëntatieprobleem met het vermogen een inschatting te maken met zichzelf o.a. in relatie tot tijd, plaats, lichaam of tot het herkennen van anderen
desoriëntatie in persoonprobleem met het vermogen een inschatting te  maken in relatie tot de eigen persoon, zoals leeftijd, geboortedag en het herkennen van andere personen
desoriëntatie in plaatsprobleem met het vermogen een inschatting te maken in relatie tot plaats, zoals land, stad, werk, adres
desoriëntatie in tijdprobleem met het vermogen een inschatting te maken in relatie tot tijd, zoals jaar, seizoen, maand, dag en precies tijdstip
Diabetes mellitusDiabetes mellitus is een verzamelnaam voor endocriene aandoeningen die worden gekenmerkt door een absoluut of relatief tekort aan insuline. Hierbij kunnen hyperglykemie en stoornissen in de koolhydraat-, eiwit-en vetstofwisseling ontstaan.
synoniem: suikerziekte
Diabetes mellitus type 1: hierbij is sprake van een absoluut tekort aan insuline. De bèta-cellen van de pancreas produceren geen insuline meer. (Health Base. Commentaren Medicatiebewaking 2013-2014)
Diabetes mellitus type 2: meestal staat hierbij resistentie van perifere weefsels tegen insuline op de voorgrond. Daarnaast is er vaak een relatief tekort aan insuline door disfunctie van de bèta-cellen, waardoor minder insuline wordt afgegeven en/of geproduceerd.(Health Base. Commentaren Medicatiebewaking 2013-2014)
diagnosevaststellen van de aard van een ziekte
Dialyse: Hemodialysezuivering van bloed door dit langs een semipermeabele membraan te laten stromen (‘kunstnier’). .
Dialyse: Peritoneaaldialysezuivering van het bloed door vloeistof in en uit de buikholte te laten lopen .
diarreepassage van losse, vloeibare vormeloze ontlasting, verhoogde frequentie van productie gepaard met verhoogde darmgeluiden, kramp en de urgentie van de ontlasting
diast. (diastole)onderste waarde bloeddruk
differentiatieDe ontwikkeling van cellen (en weefsels) uit een oorspronkelijk homogeen geheel (kiemcellen, stamcellen) tot nieuwe cellen (en weefsels) met specifieke kenmerken.
diffusieVerplaatsing van deeltjes (moleculen) door hun kinetische energie in gassen en vloeistoffen waardoor vermenging optreedt (van hoge naar lage concentratie).
diffuusverspreid
distorsie (verstuiking)Verstuiking of verzwikking van een gewricht waarbij kapsel en banden (gedeeltelijk) inscheuren.
DNADeoxyribo nucleic acid, opslagstof van de genetische informatie in de celkern; een lang spiraalvormig lint samengesteld uit vier verschillende bouwstenen (nucleotiden) waarvan de volgorde de genetische code aangeeft.
dominantOverheersend
drainagehet afvoeren van vocht uit een wond
durante partutijdens de bevalling
dwangmatig denkenhardnekkige gedachte of idee waarmee de geest continu en onvrijwillig bezig is
dysmatuurop tijd geboren maar met een te laag gewicht
dyspneu/ kortademigheidademnood, kortademigheid, ewuste ervaring van een verstoring van de ademhaling oftewel het gevoel dat de ademhaling tekortschiet, een onaangenaam en vooral bedreigend en angstig gevoel. De mate van de ervaren dyspnoe is niet afhankelijk van de ernst van de onderliggende oorzaak.
e.c.i. (e causa ignota)door onbekende oorzaak
ECG (electro-cardiogram)hartfilmpje
eczeemjeukende, polymorfe huidaandoening met roodheid, oedeem, papels, blaasjes, korstjes, schilfers en/of lichenificatie, als gevolg van een niet-infectieuze ontstekingsreactie van de huid, veroorzaakt door intrinsieke en/of omgevingsfactoren.
EEG (electro-encefalogram)filmpje van de hersengolven
eenzaamheidhet subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties
eiwittenGroep van organische moleculen samengesteld uit aminozuren (C, H, O, N); wordt gebruikt door alle organismen als bouwelement (cel- en weefselstructuren) en voor functie-uitvoering (bijvoorbeeld katalysering, signalering, beweging).
emotieOntroering, gemoedsbeweging; onderscheid in twee groepen: positieve (geluk, liefde, trots) en negatieve (angst, verdriet, haat) emoties [limbische systeem in de hersenen wordt beschouwd als het emotionele brein].
EndometrioseAandoening die wordt veroorzaakt door functionerend (afh. van ovariële, oestrogene stimulatie) endometrium dat zich buiten de uterus bevindt. Endometrium: slijmvlies dat de uterusholte bekleedt.
EndometriumcarcinoomKwaadaardige woekering van cellen, uitgaande van het epitheel van de baarmoederholte.
energieEigenschap van een systeem om arbeid te kunnen leveren; ATP is de universele energiebron van de cel om functies (bijvoorbeeld samentrekking, elektrische processen, ionenpomp) te kunnen uitvoeren (mentale energie is de wil om bepaald gedrag door te zetten).
enzymEen eiwit dat een bepaald scheikundig proces in een organisme bevordert zonder zelf te veranderen.
EpilepsieHet aanvalsgewijs, meestal kortdurend plaatsvinden van veranderingen in de elektrische activiteit van de hersencellen (abnormale, buitensporige ontladingen), met stoornissen in de hersenfunctie tot gevolg (insult, aanval). Er kunnen zich motorische, sensorische, vegetatieve of psychische verschijnselen voordoen. Vaak is er ook sprake van bewustzijnsverlies of -daling.
(Coëlho Zakwoordenboek der Geneeskunde, 28e druk, Elsevier Gezondheidszorg)
erfelijke (genetische) codeRelatie tussen de rangschikking van de nucleotiden in DNA en die van aminozuren in het eiwit waarvoor dat DNA-deel (gen) codeert.
ery’s (erytrocyten)rode bloedcellen
erytheemroodheid
evolutieHet proces van de ontwikkeling van organismen gedreven door mutaties (van genen) en gericht door natuurlijke selectie (levensvatbaarheid in heersende omstandigheden).
exacerbatieverergering
exantheemrode huiduitslag
expressieUitdrukking, druk uitoefenen (bijvoorbeeld buikpers); genexpressie wil zeggen de wijze waarop het gen vertaald wordt in een functioneel eiwit (genetica).
Extrapiramidale stoornis (excl. Parkinson)Motorische stoornis, veroorzaakt door een stoornis in het extrapiramidale systeem.
Extrapiramidaal systeem: het complex van kernen van corpus striatum en pallidum, die samen met de piramidebaan de motoriek verzorgen .
facilitatieHet sneller en gemakkelijker doen verlopen van een fysiologisch proces (bijvoorbeeld impulsoverdracht, productie van antistoffen).
fagocytoseVernietigen en opruimen van binnengedrongen micro-organismen en van beschadigde weefselelementen (bijvoorbeeld cellen, vezels, bloedonderdelen) door cellen met een fagocyterende functie (bijvoorbeeld granulocyten, macrofagen, microglia).
febriskoorts
FenylketonurieStofwisselingsdefect door het ontbreken van het leverenzym fenylalaninehydroxylase, zodat fenylalanine niet of onvoldoende in tyrosine wordt omgezet; de overblijvende fenylalanine is toxisch voor de hersenen, met als gevolg gebrekkige geestelijke ontwikkeling.
fitheidDe fysieke toestand om prestaties te leveren.
fluoruitvloed, afscheiding
foetorstank
fractuurbotbreuk
fulminantheftig
fysieke agressiekrachtige demonstratie van acties of onjuist gebruik van kracht of macht wat leidt tot verwonden, beschadigen, mishandelen of aanvallen; grensoverschrijdend gedrag
fysiologieDe wetenschap der levensverrichtingen
g.ageen afwijkingen
g.d.ageen directe afwijkingen
G6PD-deficiëntieAangeboren afwijking waarbij glucose-6-fosfaat-dehydrogenase (= enzym in erytrocyt) ontbreekt; in de erytrocyt stijgt de hoeveelheid geoxideerd glutathion en daalt de hoeveelheid gereduceerd glutathion, met verminderde stabiliteit van de erytrocyt en hemolytische anemie tot gevolg, vooral na ‘oxidatieve stress’ door bepaalde geneesmiddelen, infecties en na het eten van tuinbonen (favisme); komt vooral voor in Afrika en rondom de Middellandse Zee.
gameverslavingveelvuldig gamen met een effect wat schadelijk kan zijn voor de gezondheid
Gastric bypassChirurgische ingreep waarbij de maag wordt verkleind en een deel van de dunne darm wordt gebypassed (omgeleid).
gebrek aan sociaal supportprobleem met een verbinding/contact tussen personen waarbij iemands welbevinden wordt bevorderd en hulp wordt aangeboden
geheugenprobleemprobleem met het mentale proces waarbij gevoelens, indrukken en ideeën worden opgeslagen en kunnen worden herinnerd.
geheugenprobleem korte termijnprobleem met het vermogen om recente gebeurtenissen of ervaringen op te roepen – te herinneren
geheugenprobleem lange termijnprobleem met het vermogen om op lange duur informatie te herinneren
genEen gedeelte van een chromosoom dat een erfelijke factor vertegenwoordigt [in celbiologische termen: een gebied van het DNA dat de benodigde informatie bevat voor de vorming van een functioneel onderdeel van boodschapper RNA (mRNA) en dus voor de vorming van een functioneel celeiwit].
GlaucoomVerzamelnaam voor oogaandoeningen waarbij het aantal zenuwvezels in de oogzenuw afneemt en het gezichtsveld wordt aangetast, meestal door een tijdelijke of blijvende intraoculaire drukverhoging.
gokverslavingveelvuldig gokken met een effect wat schadelijk voor de gezondheid kan zijn
grondsubstantieNiet-cellulair vullingsmateriaal in weefsel dat bestaat uit glycoproteïnen en water.
hallucinatieschijnbare registratie van zintuigelijke stimuli die niet werkelijk aanwezig zijn (zoals geluids-, gezichts-, reuk- en tasthallucinaties)
HartfalenSyndroom waarbij het hart als pomp tekortschiet, met als gevolg dat er onvoldoende bloed naar de weefsels wordt gepompt om in de behoeften van het lichaam te voorzien (forward failure) of dat er veneuze stuwing ontstaat (backward failure).
hematogeenvia het bloed
hematoombloeduitstorting, blauwe plek
hepatosplenomegalievergroting van lever en milt
HLAHuman Leucocyte Antigen, Engelse naam voor de classificatie van menselijke MHC (Major Histocompatibility Complex) eiwitten op witte bloedcellen [het betreft antigene eiwitfracties van menselijke cellen, die immuniteitsreacties oproepen bij transplantatie van bloed en organen].
homeostaseDe eigenschap van het lichaam om het interne milieu (weefselvocht) relatief constant te houden (bijvoorbeeld temperatuur, watergehalte, zuurstofgehalte, zuurgraad).
hormoonEen eiwitstof die door een groep cellen (hormoonklier) aan het bloed wordt afgegeven voor transport naar andere lichaamsdelen om bij een zeer lage concentratie groei, ontwikkeling, homeostase of stofwisseling te beïnvloeden.
huiduitslag/irritatierode huiduitslag met verschillende kleuren, uitbarsting, lokale oedemen, blaasjes en jeuk
Hyperlipidemie, familiaireErfelijke vorm van hyperlipidemie.
Hyperlipidemie: verzamelbegrip van hypercholesterolemie, hypertriglyceridemie en hyperlipoproteïnemie
hypertensiehoge bloeddruk
HypertensieBij herhaalde metingen vastgestelde verhoogde bloeddruk.
Zie de multidisciplinaire richtlijn ‘Cardiovasculair risicomanagement’ voor een definitie van verhoogde bloeddruk. Deze richtlijn is te raadplegen op de website www.kwaliteitskoepel.nl.
hyperthermieverminderd vermogen tot het veranderen van de inwendige thermostaat, dit gaat gepaard met een verhoogde lichaamstemperatuur, warme, droge huid, slaperigheid en hoofdpijn geassocieerd met dysfunctie van het centrale zenuwstelsel en endocriene systeem
hypomane stemmingeen duidelijke periode van aanhoudend verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming, welke anders is dan de gebruikelijke stemming
hypotensielage bloeddruk
hypothermieverminderd vermogen tot het veranderen van de inwendige thermostaat, dit gaat gepaard met een verminderde lichaamstemperatuur, koele, bleke en droge huid, rillingen, trage capillaire hervulling, tachycardie, cyanotische nagelbedden, hypertensie, pilo-erectie geassocieerd met langdurige blootstelling aan koude temperatuur of dysfunctie van het centrale zenuwstelsel of endocriene systeem
i.m. (intramusculair)in de spier
i.v (intraveneus)in de ader
icterusgeelzucht
ICU (Intensive Care Unit)afdeling intensieve bewaking
idiopathischvan onbekende oorzaak
immatuuronvolledig ontwikkeld
ImmuniteitDe eigenschap van het lichaam (organisme) om zichzelf te beschermen tegen ziekteverwekkers.
immuungecompromitteerdeen niet goed werkend immuunsysteem
in partuaan het bevallen
incisie, incidereninsnijding, insnijden
IncontinentieHet onvermogen om de urine of de ontlasting op te houden
incontinentie van fecesonvrijwillig en ongecontroleerd verlies van ontlasting
incontinentie van urineOnvrijwillig en ongecontroleerd verlies van urine
incubatietijdtijd tussen besmetting en uitbreken van een ziekte
infarctEen weefselgebied dat beschadigd of afgestorven is geraakt ten gevolge van inadequate bloedtoevoer.
infectieHandhaving en vermenigvuldiging van ziekteverwekkende parasieten, schimmels, bacteriën of virussen na besmetting, waardoor een plaatselijke ontsteking of ziekte van het gehele lichaam wordt veroorzaakt.
infectieus1.besmettelijk 2. iets dat in staat is een infectie te veroorzaken
Inflammatoire darmziektenChronische aspecifieke darmontsteking die lange tijd, vaak levenslang, klachten veroorzaakt; hiertoe behoren colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn; deze vormen vertonen veel verwantschap in symptomatologie (in 10-20% v.d. gevallen is onderscheid niet mogelijk), maar verschillen o.a. wat betreft anatomische lokalisatie, aanwezigheid van transmurale uitbreiding (Crohn) en perianale problemen (Crohn).
inhibitieRemming, onderdrukking van een impuls (met name bij de synaps).
intelligentieVermogen om kennis en ervaring toe te passen bij het oplossen van of het omgaan met problemen.
intertrigo/smetteneen in de grote huidplooien gelokaliseerde, oppervlakkige huidaandoening welke zich kenmerkt door altijd roodheid (erytheem) aan beide zijden van de plooi. Daarnaast kunnen een of meerdere van de volgende symptomen voorkomen: maceratie (verweking), fissuren (scheurtjes), erosies, een nattende huid of korstvorming.
intoxicatievergiftiging
intracutaanin de huid
invasiefbinnendringend
ionEen atoom of atoomgroep met een netto positieve of negatieve lading door verlies respectievelijk opneming van een of meer elektronen (bijvoorbeeld H+, Na+, Ca++, OH-, Cl-, HCO3-).
ischemieEen tekort van adequate bloedtoevoer naar een weefsel, orgaan of lichaamsdeel (door stolsel, vaatspasme, afknelling).
Ischemische hartziekten (incl. angina pectoris)angina pectoris:benauwende, beangstigende, drukkende of beklemmende sensatie of pijn op de borst, vaak uitstralend naar een arm of beide armen, de keel, de onderkaak en/of rug. Treedt vooral op bij inspanning en verdwijnt bij staken daarvan of bij gebruik van nitraten (nitroglycerine). Meestal een gevolg van anoxie van het myocard als gevolg van coronairinsufficientie oftewel vernauwing van de takken van de kransslagaderen.
stabiele angina pectoris: er is sprake van een voorspelbaar klachtenpatroon over langere tijd .
ischemische hartziekte: aandoeningen van het hart die het gevolg zijn van atherosclerose van de kransslagaderen .
Instabiele angina pectoris valt NIET onder deze contra-indicatie (zie rationale), Doorgemaakt myocardinfarct valt onder deze contra-indicatie als dit drie of meer maanden geleden heeft plaatsgevonden.
jeukende huidsensatie van irritante tintelingen, constant gevoel gevolgd door de impuls om te krabben de huid
JichtVorming en neerslag van natriumuraatkristallen in kraakbeen en bindweefsel. Symptomen zijn acute, heftig pijnlijke monoartritis of oligoartritis van het basisgewricht van de grote teen  of lokalisatie in middenvoet, enkel, knie of pols. Meestal geneest dit binnen drie weken.
kankerKwaadaardig woekerend gezwel van epitheel-weefsel (huid, slijmvlies, klieren) met uitgezaaide dochtergezwellen (metastasen) die de betreffende organen verwoesten.
Kinderwens (man)Kinderwens bij gebruik van een geneesmiddel door de man.
Kinderwens (vrouw)Kinderwens bij gebruik van een geneesmiddel door de vrouw.
klinischmet betrekking tot: de kliniek
kloonEen groep cellen die genetisch identiek zijn (B-lymfocyten die dezelfde antistof maken)
koolstofdioxideCO2
KRkoude rilling
KunsthartklepAanwezigheid van een kunsthartklep
kwaliteit van levenBegrip uit de gezondheidszorg dat aangeeft in welke mate een aandoening de uitvoering van gewenste handelingen belemmert.
l.o.lichamelijk onderzoek
laesiebeschadiging, verwonding
Lang-QT-intervalsyndroom (LQTS)Bij Lang-QT-intervalsyndroom (LQTS) is er sprake van een abnormaal lang QT-interval op het electrocardiogram (ECG). Het kan aangeboren of verworven zijn. Bij de verworven vorm wordt de verlenging van het QT-interval geïnduceerd door bepaalde geneesmiddelen of abnormale concentraties van elektrolyten in het bloed.
latentverborgen
leuco’s (leucocyten)witte bloedcellen
leucopenieweinig witte bloedcellen
Levercirrose (gedecompenseerd)Levercirrose: chronische leveraandoening, bestaande uit (nodulaire) regeneratie en verlittekening (fibrose) van de lever als reactie op hepatocellulaire necrose .
Levercirrose (gedecompenseerd): Levercirrose die leidt tot falen van de leverfunctie, waarbij dit falen niet kan worden opgevangen met de restcapaciteit van de lever.
Levercirrose (nog niet gedecompenseerd)Levercirrose: chronische leveraandoening, bestaande uit (nodulaire) regeneratie en verlittekening (fibrose) van de lever als reactie op hepatocellulaire necrose .
Levercirrose (nog niet gedecompenseerd): Levercirrose die leidt tot falen van de leverfunctie, waarbij er nog sprake is van enige restcapaciteit. Met deze contra-indicatie kan bijvoorbeeld worden bewaakt op hepatotoxische geneesmiddelen.
lilinks, linker
liquor cerebrospinalisvocht uit hersenen/ruggenmerg
LOBlinker onderbuik
LOKlinker onderkwab (long)
lokaalplaatselijk
LP (lumbaalpunctie)ruggenprik waarbij vocht wordt afgenomen
LWIluchtweginfectie
malabsorptiegebrekkige opname van voedingsstoffen
malaisegevoel van ziek-zijn
malignekwaadaardig
MammacarcinoomKwaadaardige woekering van cellen uitgaande van het borstklierweefsel.
synoniem: Borstkanker
manieToestand van ziekelijke opgewektheid die gepaard gaat met een verstoorde beleving van de eigen persoon en de werkelijkheid (onderdeel van de bipolaire stemmingsstoornis).
manische stemmingvoortdurende abnormaal verhoogde ontremde staat van emotie/verlies van remming, gevuld met positieve vitaliteit, ontkennen van zorgen en verminderde slaapbehoefte
maternaalmet betrekking tot de moeder
meioseCeldeling van geslachtscellen (reductiedeling) die leidt tot een haploïd (enkelvoudig) aantal chromosomen van gameten (eicellen en zaadcellen).
metastasenuitzaaiingen
metastaseringVerspreiding van kanker (of een andere aandoening) over het lichaam.
MHCMajor Histocompatibility Complex
mictieurinelozing
Mictieklachten met urineretentieAspecifieke mictieklachten waarbij urineretentie optreedt.
migratieVerplaatsing van cellen in het lichaam; met name tijdens de embryonale ontwikkeling, en cellen van het immuunsysteem.
misbruik van alcoholmisbruik van alcohol met een effect wat schadelijk voor de gezondheid kan zijn en kan leiden tot verslaving
misbruik van drugs/medicatiemisbruik van drugs en/of medicatie met een effect wat schadelijk voor de gezondheid kan zijn en kan leiden tot verslaving
misbruik van tabakmisbruik van tabak met een effect wat schadelijk voor de gezondheid kan zijn en kan leiden tot verslaving
misbruik/ mishandeling (slachtoffer)slachtoffer van een actie van fysieke, emotionele en seksuele aanranding, zoals verkrachting en mishandeling
misselijkheidbraakneiging hebben, een onaangenaam gevoel in de buik en tegenzin voor ruiken of proeven
mitoseProces van normale celdeling.
molecuulTwee of meer atomen die door gezamenlijk gedeelde elektronen (twee of meer elektronen die bij de betrokken atoomkernen horen) gekoppeld zijn.
Morbide obesitasObesitas: vetzucht
Er is sprake van morbide obesitas bij patienten met een Body Mass Index (BMI) ≥ 40. (Van Binsbergen JJ, Langens FNM, Dapper ALM, Van Halteren MM, Glijsteen R, Cleyndert GA, Mekenkamp-Oei SN, Van Avendonk MJP. NHG-Standaard Obesitas. Huisarts Wet 2010:53(11):609-25)
morfogeneseHet ontstaan van anatomische structuren in een organisme.
motoriekArsenaal en uitvoeringskwaliteit van lichaamsbewegingen en van bewegingshandelingen.
mucoidlijkend op slijm
multipleveelvoudig
mutatieEen plotselinge, blijvende verandering in genetisch materiaal (gen) die overgeërfd wordt; verandering van/in een nucleotide.
MyasthenieVerhoogde vermoeibaarheid van de spieren.
Synoniem: spierzwakte
necroseweefselversterf
neonaatpasgeborene
neuroplasticiteitEigenschap van zenuwweefsel om nieuwe verbindingen te leggen.
NHnaar huis
Nierfunctie, verminderdeVerminderde glomerulaire filtratiesnelheid; leidt tot een ontoereikende verwijdering van zout en de bij de stofwisseling gevormde afbraakproducten uit het bloed.
Er is sprake van een (relatieve of absolute) contra-indicatie voor verschillende geneesmiddelen bij een creatinineklaring ≤ 50 ml/min.
norm.normaal
nucleusKern; wordt gebruikt in de natuurwetenschappen om de kern van een atoom (verzameling van protonen en neutronen) te duiden, in de biologie voor de kern van de cel en in de neurowetenschappen voor de knooppunten in zenuwbanen waarin de cellichamen van neuronen verzameld liggen.
O/onderzoek
OAC (orale anticonceptie)de pil
obductielijkschouwing
obstipatieverlaagde ontlastingsfrequentie, gepaard gaande met moeilijkheden of incomplete passage van de ontlasting; passage van te harde, droge ontlasting
OD (oculo dextra)rechteroog
ODS (oculo dextra et sinistra)beide ogen
oedeemophoping van vocht
oestrogenenDe groep van vrouwelijke geslachtshormonen (steroïd structuur) die een rol vervullen in de menstruele cyclus en die de secundaire vrouwelijke geslachtskenmerken tot expressie brengen.
OKoperatie(kamer)
oncogeenEen factor die bijdraagt aan de vorming van een kwaadaardig gezwel.
ondergewichtBody Mass index’ (BMI) ≤18,5 (patiënten ≥65 jaar: BMI ≤20)
ondervoedingvoedingstoestand waarbij sprake is van een tekort of disbalans van energie, eiwit en/of andere nutriënten, die leidt tot meetbare nadelige effecten op de lichaamsomvang en lichaamssamenstelling, op het functioneren en op klinische resultaten
onrustToestand van doelloze psychomotorische opwinding, rusteloosheid, heen en weer lopen, gespannen in verband met angst of stress
ontstekingEen niet-specifieke reactie van het immuunsysteem op weefselschade en op antigenen van binnendringende stoffen, micro-organismen en, in geval van ontsporing, eigen cellen; de kenmerken van een ontsteking zijn vaatverwijding (warmte, zwelling, roodheid), pijn en gestoorde weefselfunctie.
oraalvia de mond
orgaanEen uit verschillende weefsels samengesteld onderdeel van het lichaam met een specifieke functie bijvoorbeeld maag, oog, hart; een orgaan is verder onderdeel van een stelsel (of systeem) met dezelfde lichaamsfunctie bijvoorbeeld bloedsomloop, ademhalingsstelsel, zenuwstelsel.
organellenVerzamelnaam voor onderscheidbare structuren van de cel in de betekenis van ‘ogaantjes’ met specifieke functies; bijvoorbeeld mitochondrieën, Golgi-apparaat, lysosomen.
organismeEen levend wezen; bijvoorbeeld bacterie, schimmel, plant, dier.
OS (oculo sinistra)linkeroog
osmolariteitDe concentratie van opgeloste deeltjes in een vloeistof, uitgedrukt osmol per liter (of kilo); de osmolariteit van bloedplasma is 275 – 300 mosmol/ kg.
overbelaste mantelzorgprobleem met mantelzorg; onbetaalde en vaak langdurige zorg voor zieke familieleden of vrienden (meer dan acht uur per week en/of langer dan drie maanden)
overgewichtovergewicht bij volwassenen (18-70 jaar) bestaat als Body Mass index (BMI) ≥25 (bij BMI ≥30 obesitas) Bij kinderen wordt overgewicht geconstateerd op basis van 4 criteria: lichaamsbouw, etniciteit, puberteit en vetverdeling
oxidatie (verbranding)Een chemische reactie waarbij een stof elektronen afstaat door een verbinding aan te gaan met zuurstof bijvoorbeeld het roesten van ijzer; in een organisme wordt een energieleverende stof (glucose, vetzuur) in de mitochondrieën stapsgewijs afgebroken tot water en koolstofdioxide en de vrijkomende energie wordt daarbij opgeslagen via de vorming van ATP.
Ppols
p.o. (per os)door de mond
P/plan
palp. (palpatie)onderzoek door betasting
parenteraalbuiten het maag-darmstelsel om, direct in de bloedvaten
Parkinson, ziekte vanDegeneratieve aandoening van het centraal zenuwstelsel die wordt gekenmerkt door een hypokinetisch-rigide syndroom, rusttremor en valneiging (parkinsonisme); in de loop van de ziekte treden ook autonome functiestoornissen en dementie op .
partusgeboorte
pathogeenziekteverwekkend
pathologieZiekteleer.
perifeeraan de buitenzijde
Perifeer arterieel vaatlijden (excl. Raynaud)Atherosclerose in de slagaders van de extremiteiten.
peristaltiekdarmbeweging
persisterendaanhoudend
persoonlijkheidStabiele kenmerken van iemands gedrag, waardoor hij zich onderscheidt van anderen; zowel aanleg als ervaringen vormen de persoonlijkheid.
petechiënpuntbloedingen
pijneen onaangename sensorische of emotionele ervaring, waarbij de ervaring van pijn is wat een persoon die het ervaart zegt dat het is en aanwezig is wanneer hij/zij zegt dat het aanwezig is
POpsychologisch onderzoek
POBpijn op de borst
polymorfismeHet voorkomen van twee of meer allelen op een locus (positie van een gen op het DNA) waardoor een variatiebreedte in de expressie van dat gen bestaat (genetica).
PorfyrieEnzymatische stoornis in de porfyrinesynthese met als gevolg accumulatie van porfyrinemetabolieten in de huid.
postoperatiefna operatie
prematuurvoortijdig
preoccupatieterugkerende, vasthoudende overheersende gedachten en inbeslagneming van de geest met uitsluiting van andere gedachten of geestelijke afleiding
preoperatiefvoor operatie
prevalentieHet aantal gevallen van een ziekte (of een ander verschijnsel) dat in een omschreven populatie in een omschreven periode (of moment) voorkomt.
preventiefter voorkoming
primairoorspronkelijk
probleem met aandacht vasthouden (concentratie)probleem met het doelgericht opnemen en verwerken van informatie.
probleem met aangaan van relatie (contact)moeite met het aangaan van een verbintenis met een of meer personen
probleem met ademhalingprobleem met het in- en uitademen van lucht, gerelateerd aan ademfrequentie, ritme, diepte en kracht van de ademhaling
probleem met arbeidsparticipatie – permanentPermanent probleem met de mate waarin en wijze waarop men deelneemt aan het arbeidsproces
probleem met arbeidsparticipatie – tijdelijkTijdelijk probleem met de mate waarin en wijze waarop men deelneemt aan het arbeidsproces
probleem met begrijpenprobleem om met het verstand informatie te bevatten, zowel verbaal als non-verbaal
probleem met bereiden van voedselprobleem met het klaarmaken van voeding voor eten, waaronder het kopen van eten, het bereiden van eten, openmaken van verpakkingen en het klaarmaken (snijden) van eten
probleem met coping (aanpassen aan situatie)probleem met het hanteren van stress en behouden van een gevoel van controle en verhoogd psychologisch comfort
probleem met denktempoprobleem met een versneld of vertraagd denkproces
probleem met doen van boodschappenprobleem met het kopen van artikelen die nodig zijn voor het behoud van het dagelijks leven
probleem met fijne motoriekprobleem met het gebruik van de handen en vingers voor kleine bewegingen en het grijpen en manipuleren van een voorwerp
probleem met financieel beheerprobleem met het zorgen voor en het beheren van persoonlijk geld/vermogen
probleem met gebruik van stemprobleem met productie van verschillende geluiden door passage van lucht door keelholte
probleem met handhaven van lichaamshoudingprobleem om waar nodig dezelfde lichaamshouding te bewaren, zoals blijven zitten of staan
probleem met het beheer van eigen medicatieprobleem met het zelfstandig gebruiken en beheren van medicatie
probleem met het doen van huishoudenprobleem met het besteden van tijd aan het uitvoeren en/of coördineren van huishoudelijke taken
probleem met het voeren van een gesprekprobleem met het voeren van een gesprek of conversatie of mondelinge communicatie tussen twee of meer personen
probleem met horenprobleem met het vermogen om te horen als reactie op prikkels van de (auditieve) hoor-organen.
probleem met lerend vermogenprobleem met het proces van het verwerven van kennis of vaardigheden door middel van systematisch studeren, instructies, oefening, training of ervaring.
probleem met lopenprobleem met het zelf bewegen van het lichaam van de ene plaats naar de andere door het stapsgewijs bewegen van de benen, het vermogen om het gewicht te dragen van het lichaam en het kunnen  lopen in langzaam, gematigd tot snel tempo
probleem met menstruatieprobleem met de terugkerende cyclus (begint bij eerste menstruatie en eindigt bij de menopauze) van het afstoten, her groei en uitdijen van het endometrium van de baarmoeder tijdens de menstruatie.
probleem met mondhygiëneprobleem met het verzorgen van mond en tanden/kiezen of gebitsprothese/ -orthese
probleem met onderhouden van relatieprobleem met contact onderhouden binnen een verbintenis met een of meer personen, volgens de sociale regels in het gezelschap
probleem met ontlastingprobleem met beweging en lediging van de ontlasting door de darm.
probleem met persoonlijke verzorgingprobleem met het schoonhouden/verzorgen van huid (make-up), haar en nagels
probleem met proevenprobleem met het vermogen om te proeven als reactie op prikkels van de smaakorganen
probleem met rolvervullingprobleem met interactie volgens een impliciet of expliciet stelsel van verwachtingen, regels en gedragstandaarden van anderen
probleem met ruikenprobleem met het vermogen om te ruiken als reactie op prikkels van de reukorganen
probleem met seksualiteitprobleem met het vermogen om deel te nemen aan geslachtsverkeer
probleem met slikkenprobleem met het slikproces van het transport van vloeibaar of vast voedsel via de mond, keel, slokdarm tot in de maag
probleem met sociale interactieprobleem met gedrag van wederzijdse sociale uitwisseling en deelname tussen een of meerdere individu(en)
probleem met tastprobleem met het vermogen tot voelen van reacties op prikkels van tastbare organen, het vermogen om aanraking en druk op tastbare organen te lokaliseren
probleem met therapietrouwprobleem met uitvoerende activiteiten om tegemoet te komen aan therapeutische gezondheidzorgvereisten en het zich conformeren aan de voorgeschreven behandelingskoers van de zorgverlener en de zorgaanbieder
probleem met toiletbezoekprobleem met het vermogen om zelf naar de toilet te gaan en zichzelf hierbij te verzorgen
probleem met veranderen van lichaamshoudingprobleem om van de ene lichaamshouding in de andere te komen en van de ene locatie naar de andere gaan, zoals van een stoel opstaan en op bed gaan liggen, en gaan knielen of hurken en weer opstaan
probleem met vermogen om te verplaatsen (transfer)probleem met het overbruggen van een kleine afstand, zoals van bed naar stoel (transfer)
probleem met vrijetijdsbestedingprobleem met het besteden van vrije tijd aan hobby, sport, recreatie
probleem met vruchtbaarheidvermogen om deel te nemen aan de voortplanting van een levend kind
probleem met wisselende stemmingprobleem met een wisselend niveau van gevoelens en emotionele gemoedstoestand
probleem met woonruimteprobleem met ruimte, geschikt voor menselijke bewoning (beschutting biedend voor bescherming en ruimte), zoals niet aangepast aan beperkingen bij mobiliteit, slechte huisvesting, gebrek aan ruimte, vocht in huis
probleem met zelf drinkenprobleem met het innemen van vocht gedurende de dag, bij dorst en gedurende de maaltijd
probleem met zich kledenprobleem met het aan- en uittrekken van (passende) kleding
probleem met zichzelf uitenprobleem met het zeggen of laten blijken wat je voelt (verbaal en non-verbaal)
probleem met zichzelf voedenprobleem met het brengen van voedsel naar de mond en het voeden van zich zelf tot men verzadigd is
probleem met zichzelf wassenprobleem met het wassen en afdrogen van het gehele lichaam, of lichaamsdelen, waaronder baden, douchen, wassen van handen en voeten, gezicht en haar.
probleem met zienprobleem met het vermogen om te zien als gevolg van reactie op  prikkels van visuele organen
problemen met veranderingen in de bloeddrukprobleem met gevolgen van wisselende bloeddruk; de kracht waarmee het bloed tegen de wanden van de bloedvaten drukt, ofwel de hydrostatische druk die het bloed op het vaatstelsel van de slagaderen uitoefent
profylaxevoorbehoedmiddel, voorkoming van ziekten
prognosevermoedelijke verloop van een ziekte
progressieftoenemend in ernst
PseudocholinesterasedeficientieAfwezigheid van of een tekort aan het enzym pseudocholinesterase.
Pseudocholinesterase: cholinesteraseachtig enzym dat i.h.b. choline-esters splitst, terwijl de echte cholinesterase meer actief is bij de splitsing van acetylcholine
PsoriasisChronische huidziekte die bestaat uit scherp begrensde, rode verdikte plekken met zilverwitte schilfers verspreid over de huid.
psyche (geest)Totaal van veronderstelde innerlijke processen en verrichtingen dat een verklaring kan bieden voor iemands gedrag
psychosomatischmet betrekking tot het verband tussen geest en lichaam
punctieprik
purulentpussig
quarantainegedwongen plaats en/of duur van afzondering i.v.m. besmettelijke ziekten
RaynaudfenomeenFenomeen met aanvallen van koude, dove en soms pijnlijke vingers of tenen met een typische verkleuring van de vingers of tenen: eerst bleek, dan blauw, en vervolgens rood. De aanvallen kunnen worden uitgelokt door kou. De oorzaak is vasoconstrictie in de arteriolen van vingers of tenen. Daarna treedt een sterke cyanose op, gevolgd door vasodilatatie bij opwarmen.
RBKrechter bovenkwab (long)
rerechts, rechter
receptorOntvanger (van een boodschap); in de fysiologie betreft het een cel of groep cellen die veranderingen monitoren in de inwendige (bijvoorbeeld bloeddruk, zuurstofspanning) en uitwendige omgeving (bijvoorbeeld licht, warmte); in de celbiologie en farmacologie betreft het eiwitten op het celmembraan en in het celplasma die binden aan signaalmoleculen (bijvoorbeeld hormonen, neurotransmitters).
recessiefHet allel dat bij heterozygotie overheerst wordt door het dominante allel en alleen tot expressie komt in geval van monozygotie van het recessieve allel (genetica).
recidiverendherhaling van bepaalde ziekteprocessen
recombinatieDe vorming van nieuwe combinaties van gekoppelde genen tijdens de replicatie van chromosomen in de meiose (door het mechanisme van crossing-over)
RefluxziekteVerzamelnaam voor aandoeningen waarbij terugstroom van maaginhoud naar de slokdarm optreedt.
(Rationale, Pinkhof Geneeskundig Woordenboek)
remissietijdelijke vermindering of verdwijning van ziekteverschijnselen
replicatieVerdubbeling van het DNA (chromosomen) voorafgaande aan de celdeling.
resectieoperatieve uitsnijding
resistentieweerstand van een micro-organisme tegen de werking van medicijnen
resorptieopname van stoffen
respiratieademhaling
respiratoir insufficiëntieonvoldoende werking van de ademhaling
retentie van urineonwillekeurige opeenhoping van urine in de blaas en onvolledige lediging van de blaas
rigiditeitNeurologische stoornis in de regeling van de spierspanning waardoor de spieren een verhoogde stijfheid vertonen, bijvoorbeeld bij de ziekte van Parkinson; starheid van de geest bijvoorbeeld bij paranoia.
risico op complicatie gedurende de zwangerschapkans op complicaties gedurende de zwangerschap;  toestand van een ontwikkelende foetus in het lichaam te laten groeien en voeden vanaf de dag van bevruchting tot de geboorte
risico op infectiekans op het krijgen van een infectie; invasie van het lichaam door pathogene micro-organismen die zich voortplanten en vermenigvuldigen en ziekte veroorzaken door plaatselijke cel beschadiging of uitscheiding van toxine of antigeen-antilichaamreactie
risico op suïciderisico op uitvoeren van zelfmoord ten gevolge van suïcidale gedachten/ activiteiten die leiden tot de eigen dood
risico op valleneen onbedoelde verandering van de lichaamspositie, die resulteert in het neerkomen op de grond of een ander lager niveau
ROBrechter onderbuik
ROKrechter onderkwab (long)
rouwhet geheel van lichamelijke, emotionele, cognitieve, spirituele en gedragsmatige reacties die optreden na het verlies van een persoon met wie een betekenisvolle relatie bestond
RvCreden van consult
RvKreden van komst
RvOreden van opname
SchildklierfunctiestoornisStoornis in het functioneren van de schildklier. Er kan sprake zijn van een overmatige of een onvoldoende werking van de schildklier (hyperthyreoidie, resp. hypothyreoidie).
Schizofrenie/ Psychotische stoornisSchizofrenie: chronische psychiatrische stoornis die wordt gekenmerkt door een karakteristieke verstoring van de waarneming, het denken en het voelen.
Psychotische stoornis: stoornis waarbij psychoses optreden. Bij een psychose is de controle van het ik over zichzelf en het eigen gedrag en handelen gestoord en is het contact met de omringende werkelijkheid ziekelijk veranderd .
screeningEen onderzoek door een test op de aanwezigheid van een aandoening.
secreetuitscheidingsproduct
secundairbijkomend, als gevolg van iets anders
SEHspoedeisende hulp
sepsisErnstig ziektebeeld waarbij bacteriën zich via de bloedbaan verspreiden over het gehele lichaam.
setpointregelingFysiologisch regelsysteem om de homeostase te handhaven, bijvoorbeeld 120/80 mm kwik voor de arteriële bloeddruk, 37 graden Celsius voor de lichaamstemperatuur, 100 mm kwik voor de arteriële zuurstofspanning; de genoemde waarde is het setpoint.
significantbelangrijk
SikkelcelziekteEen aantal erfelijke aandoeningen met als gemeenschappelijke factor de aanwezigheid van sikkelcelhemoglobine in de erytrocyten; er zijn 4 vormen: sikkelcelanemie, sikkelcelthalassemieziekte, sikkelcelhemoglobine-C-ziekte en sikkelcel-trait .
Sjögren, syndroom vanAuto-immuunaandoening die  primair voorkomt (ziekte van Sjögren) of secundair bij andere aandoeningen (syndroom van Sjögren). Kenmerkende klachten zijn droge ogen (xeroftalmie), een droge mond (xerostomie) en een droge vagina. Ook kunnen algehele malaise, hoge vermoeibaarheid en gewrichtspijnen voorkomen.
SlaapapneuOptreden van apneu tijdens de slaap. Apneu = toestand van niet-ademhalen.
SlikstoornisStoornis waardoor een patiënt niet in staat is om te slikken. Deze stoornis is vaak tijdelijk.

NB hier wordt een daadwerkelijke stoornis bedoeld en niet een onjuiste slikmethode. Voor slikinstructies, zie www.apotheek.nl.

SlokdarmstenoseVernauwing van het lumen van de slokdarm door tumorgroei, door littekenvorming, of door langdurige ontsteking. Littekenvorming kan bijvoorbeeld optreden bij verbranding door etsende substanties.
Synoniem: slokdarmstrictuur.
sombere stemminggevoelens van verdriet en melancholie die gepaard gaan met verminderde concentratie, verminderde eetlust en slapeloosheid
SondeAanwezigheid van een voedingssonde, waarbij de patiënt niet langs de sonde kan slikken.
spasticiteitNeurologische stoornis in de regeling van de spierspanning waarbij de aangedane spieren onwillekeurig krampachtig aangespannen en verlamd zijn
specialisatieBegrip uit de embryologie dat hoort bij het begrip differentiatie; de ontwikkeling van verschillende typen cellen (epitheelcel, spiercel, zenuwcel) zowel qua bouw (differentiatie) als qua functie (specialisatie) vindt plaats uit oorspronkelijke stamcellen.
SportbeoefeningBeoefenen van (wedstrijd)sport.
stamcelOnrijpe cel met de eigenschap om zich te differentiëren tot een gespecialiseerde weefselcel.
statuspatiëntendossier
stenoseVernauwing in een buissysteem (bloedvat, lymfevat, urinewegen, darmkanaal).
stofwisselingAlle chemische reacties in het lichaam
Stollingsstoornis (verhoogde bloedingsneiging)Overkoepelende term voor stoornissen in de bloedstolling, waarbij er sprake is van een verhoogde bloedingsneiging.
StomaAanwezigheid van een (darm)stoma.
stressKrachten die spanning uitoefenen op een systeem; voor de mens kunnen dat krachten (stressfactoren) van fysieke, psychische en sociale aard zijn waardoor hij onder spanning staat. Acute stress kan leiden tot een paniekaanval, en chronische stress tot een burnout.
subacuutvan betrekkelijk korte duur
subcutaanonder de huid
subfebrielmatig koortsig
subklinischzonder klinische verschijnselen
suikers (koolhydraten)Zoete stoffen die behoren tot de koolhydraten en gewonnen worden uit suikerbiet en suikerriet
SVsondevoeding
symm.symmetrisch
symptomenziekteverschijnselen
syndroomeen groep van verschijnselen die horen bij één aandoening
syst. (systole)bovenste waarde bloeddruk
temptemperatuur
tensieook afgekort als RR
teratogeenMisvorming veroorzakende factoren (chemische stoffen, gamma straling) in de prenatale periode.
therapiebehandeling
THPtotale heupprothese
TKPtotale knieprothese
TNM-systeemTumor-Nodule (dochtergezwellen in regionale lymfeklieren) – Metastase (dochtergezwellen in andere organen)
toxischgiftig
transcriptieBegrip uit de genetica/celbiologie
translatieBegrip uit de genetica/celbiologie
transportVerplaatsing van stoffen; transporteiwitten in het bloed binden moeilijk oplosbare stoffen zoals zuurstof, ijzer en cholesterol zodat deze in voldoende hoeveelheden vervoerd kunnen worden; transport van stoffen door het celmembraan via poorteiwitten en afsluitbare kanalen (actief transport dat energie kost) zoals Na+ en K+, glucose, hormonen en via blaasjes (pinocytose).
traumaverwonding, letsel, beschadiging (lichamelijk of psychisch)
tremorOnwillekeurige ritmische bevingen veroorzaakt door een neurologische stoornis; bijvoorbeeld ziekte van Parkinson, alcoholmisbruik, bijwerking van antipsychotica.
Trombo-embolische ziekte, veneuzeVeneuze trombose: Vorming of aanwezigheid van een bloedstolsel (trombus) in een vene.
Trombo-embolie: het bijven steken van een losgeraakt stuk trombus in een bloedvat. Hierdoor wordt het bloedvat afgesloten.
trombo’s (trombocyten)bloedplaatjes
Trommelvlies, open/ oorbuisjesAanwezigheid van een gat in het trommelvlies, met als mogelijke oorzaken:
–    het plaatsen van trommelvliesbuisjes
–    ontstekingen.
TuberculoseChronische infectieziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie (Mycobacterium tuberculosis) en die tegenwoordig vrijwel alleen door besmetting van de longen wordt verkregen; tbc veroorzaakt aldaar karakteristieke haardjes met weefselverval en kan zich in geval van onvoldoende weerstand bij de gastheer via de lymfebanen en de bloedbaan naar elk ander orgaan verplaatsen (botten, nieren, lever, hersenvliezen enz.).
tumorGezwel of zwelling
Ulcus pepticum (actueel of in anamnese)Zweer in het spijsverteringsorgaan t.g.v. inwerking van maagzuur: komt voor in maag, duodenum of slokdarm.
Synoniem: maagzweer
urgeaandrang
UWIurineweginfectie
vaccinatieToediening van een dood of veranderd pathogeen om de vorming van antistoffen tegen het pathogeen op te wekken (naam is afkomstig van koepokentstof [vacca betekent koe])
vegetatiefFuncties van plant, dier en mens om het lichaam (leven, stofwisseling) in stand te houden; bij dier en mens gaat het om spijsvertering, bloedsomloop, ademhaling, uitscheiding, immuunsysteem en betrokken regelsystemen (hormoonstelsel en autonoom deel van het zenuwstelsel).
venapunctiehet aanprikken van een ader om bloed af te nemen
verbale agressiekrachtige zelfverzekerde actie of attitude die verbaal (of symbolisch) geuit wordt, grensoverschrijdend gedrag
VerkeersdeelnameDeelname aan het gemotoriseerd verkeer.
verminderd zelfregieprobleem met activiteiten en randvoorwaarden die nodig zijn om zichzelf te kunnen handhaven en zich zelf gaande te houden in het leven
verminderd ziekte inzichtprobleem met het besef dat (of begrijpen dat) een persoon een ziekte of gezondheidsprobleem heeft en wat hiervan de betekenis is voor het  leven
verminderde alertheidprobleem met de mate van waakzaamheid of oplettendheid, aandacht hebben voor iets en klaar zijn om actie te ondernemen.
vermoeidheidHet gevoel van een verminderd prestatievermogen ten gevolge eerdere inspanning (van toepassing op zowel lichamelijke als geestelijke processen)
verouderingHet proces van geleidelijke afname in kwaliteitsniveau van bouw en functie van (alle) lichaamsonderdelen als gevolg de stijgende leeftijd.
verstoord lichaamsbeeldprobleem met mentaal beeld van het eigen lichaam in zijn geheel of gedeeltelijk, of van de fysieke verschijning
verstoord slaappatroonprobleem met slapen:  terugkerende verlaging van lichamelijke activiteiten gekenmerkt door een verminderd bewustzijn of niet wakker zijn in combinatie met verlaagde metabolisme, onbeweeglijke houding en een verminderd maar gemakkelijk omkeerbare gevoeligheid voor prikkels van buitenaf
verstoorde lichaams-temperatuurprobleem met de temperatuur, gemeten in °C (graden Celsius), die binnen in het menselijk lichaam heerst, gerelateerd aan stofwisseling
verstoorde vochtbalansregulering van opname en uitscheiding van lichaamsvloeistoffen zoals de hoeveelheid en balans van water  en elektrolyten in het lichaam
vettenEen groep van organische moleculen (C,H,O) met hydrofobe eigenschappen (waardoor geschikt voor de vorming van membranen) en lange (CH2)n ketens als belangrijkste kenmerk (hoge energiewaarde); vet wordt gebruikt als opslagproduct van energie bij bovenmatige consumptie van voedingsmiddelen.
virusKleinste (10 – 300 nm) infectieuze deeltje voor mens, dier, plant en bacterie, dat bestaat uit DNA of RNA en een eiwitmantel; een virus kan zich alleen vermenigvuldigen in een bacterie of cel omdat het voor zijn vermenigvuldiging afhankelijk is van de organellen van de gastheer.
vitaliteitLevenskracht, mate van levendigheid; tijdens veroudering neemt de vitaliteit geleidelijk af (door ziekte sneller afhankelijk van het procesverloop, en in geval van herstel slechts tijdelijk).
wanenvaste, onjuiste overtuiging van realiteit die niet kan worden gecorrigeerd door reden, argumenten of bewijs van de (eigen) zintuigen
waterH2O, door zijn fysisch-chemische eigenschappen en de vrijwel onuitputtelijke beschikbaarheid op aarde is water de vloeistof van alle leven.
weefselEen verzameling van cellen, gewoonlijk bij elkaar gehouden door onderlinge verbindingen, die samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken; een orgaan is opgebouwd uit verschillende soorten weefsels.
Wolff-Parkinson-White-syndroom (WPW)Paroxismale tachycardie op basis van een extra elektrische verbinding (bundel van Kent) tussen boezems en kamers.
wond van huideen onderbreking van de continuïteit van de huid, veelal veroorzaakt door externe invloeden. Letsel van het weefsel meestal geassocieerd met fysieke of mechanische schade; vervelling en tunneling van het weefsel
x-thoraxröntgenfoto van de borstkas
z.n.zo nodig
zelfconceptEen betrekkelijk objectieve inschatting van de unieke eigen talenten en vermogens en een realistische erkenning van de grenzen daarvan, waarover men een zeker gevoel van tevredenheid heeft.
zelfdestructief gedraghet uitvoeren van zelf-geïnitieerde activiteiten met het doel zichzelf pijn te doen of te beschadigen
zuurstofElement dat in de vorm van een molecuul (O2) in de atmosfeer (21%) voorkomt en voor de levering van energie bij stofwisselingsreacties van levensbelang is voor organismen.